Jeugdrecht

Het jeugdrecht bestaat uit een strafrechtelijk en een civielrechtelijk deel.

Het jeugdstrafrecht is van toepassing op minderjarige verdachten van 12 tot 18 jaar en geeft bijzondere regels, voorwaarden en strafmogelijkheden in jeugdstrafzaken. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk voor de rechter worden vervolgd als ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Deze kinderen mogen door de politie wel worden aangehouden, worden meegenomen naar het politiebureau voor verhoor en doorverwezen naar Halt.

Wanneer een minderjarige wordt verdacht van een strafbaar feit, staat zijn of haar wereld compleet op zijn kop. Minderjarigen hebben dan ook deskundige juridische bijstand nodig. Wij zijn steun en toeverlaat van deze kwetsbare verdachten.

Adolescentenstrafrecht

Sinds 1 april 2014 kunnen jongeren van 16 tot 23 jaar als minderjarige of als volwassene worden berecht. Dan geldt het adolescentenstrafrecht. Hierdoor kan de rechter meer rekening houden met de ontwikkeling van een jongere. Bij sommige jongeren slaat een harde aanpak aan. Anderen hebben meer baat bij begeleiding, ook al zijn ze misschien ouder.

Ondertoezichtstelling

Het civiele jeugdrecht is van toepassing op minderjarigen tot 18 jaar die vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen op verzoek van hulpverlenende instanties onder toezicht gesteld en/of uithuisgeplaatst worden. In het civiele jeugdrecht is de ondertoezichtstelling (OTS) een maatregel waarbij het gezag van de ouders over het kind wordt beperkt. Als in het gezin ernstige (opvoedings)problemen voorkomen en de ontwikkeling van het kind in gevaar komt, kan de kinderrechter het kind onder toezicht stellen. Het gezin krijgt dan begeleiding van een gezinsvoogd. Bij meerdere kinderen in het gezin zal bij ieder kind afzonderlijk moeten worden beoordeeld of een OTS noodzakelijk is.

De Raad voor de Kinderbescherming kan de kinderrechter verzoeken om een ondertoezichtstelling uit te spreken. Besluit de kinderrechter om het kind onder toezicht te stellen, dan geeft hij Bureau Jeugdzorg opdracht om de OTS uit te voeren. Het Bureau Jeugdzorg wijst een gezinsvoogd aan. De kinderrechter bepaalt de duur van de OTS. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal 12 maanden. De kinderrechter kan de OTS steeds met 1 jaar verlengen tot het kind 18 jaar is.

In de meeste gevallen blijft het kind tijdens de ondertoezichtstelling thuis wonen. Als het voor het kind beter is, kan de gezinsvoogd de kinderrechter toestemming vragen om uw kind uit huis te plaatsen. Bijvoorbeeld in een tehuis of pleeggezin. Er is een groot verschil tussen een open uithuisplaatsing en een gesloten uithuisplaatsing.

Soms loopt een kind onmiddellijk gevaar binnen een gezin en moet het kind snel uit huis geplaatst worden. In dit geval kan de kinderrechter op verzoek van de raad een voorlopige OTS uitspreken. De kinderrechter machtigt Bureau Jeugdzorg om het kind, in dat geval meestal gesloten, uit huis te plaatsen. De Koppeling is in Amsterdam een bekende instelling waar kinderen gesloten uit huis kunnen worden geplaatst.

Met ingang van 1 januari 2015 is de Jeugdwet van kracht en zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor jeugd- en opvoedhulp en de uitvoering van kinderbescherming en jeugdreclassering. Ondersteuning, hulp en zorg kunnen door gemeenten laagdrempelig, vroegtijdig en integraal worden aangeboden: één kind, één gezin, één plan. Jeugdzorg Nederland verenigt alle organisaties die verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en die vallen onder de Jeugdwet.

Civiel – en strafrechtelijk

In sommige gevallen heeft een minderjarige te maken met zowel het strafrechtelijk als het civielrechtelijk deel van het jeugdrecht. Vanwege onze specialisatie in het strafrecht én jeugdrecht kan ons kantoor ook deze cliënten deskundig terzijde staan.

Mr. Pot voert procedures die samenhangen met jeugdrecht.